Verhalen vertellen en muziek maken behoren tot de oudste en meest diepgevoelde bezigheden van de menselijke soort. En zo voel ik dat ook. Bij mij thuis werd muziek bepaald niet ontmoedigd. Vier jaar solfège en zeven jaar pianoles op de muziekschool. Boeken lezen is belangrijk. Verrijkt je leven. Hoort er bij. Maar daar bleef het bij.
Verder dan eindexamen cabaret van de middelbare school (solozang en toneel) kwam ik niet. Keer proberen bij een bandje maar dat was niks. Wel een paar jaar bij een koor (Chantatouille) gezongen als bas en tenor. Een bariton kan nu eenmaal omhoog én omlaag zingen. Bij projectkoren ben ik ook ingevallen waar dat nodig was.
Toen ging ik rond mijn vijftigste op zangles om te leren zingen. Niet noten hard zingen maar om natuurlijk lied of een aria te vanuit gevoel te zingen. En ik volgde uit interesse een (best wel uitgebreide) cursus vertellen bij de Nationale Vertelschool. En tot mijn eigen verbazing kwamen als ik zong als vanzelf daar verhalen bij. En ben ik ook nog ruim 10 jaar als webmaster en penningmeester actief geweest in het bestuur van de Stichting Vertellen.
De Combinatie dus
Zingen en vertellen liggen voor mij in elkaars verlengde en zijn onlosmakelijk verbonden. Twee kanten van dezelfde munt. Spelen met ritme en melodie en thema’s en motieven. Toen ik Schubert’s Winterreise ging oefenen borrelden daar als vanzelf verhalen bij omhoog. Op het ritme van de muziek, als aanvulling op de teksten, als uitleg van achtergronden, als voortzetting van de liedteksten. En dat is niet vreemd. Zingen en vertellen zijn beide gebaseerd op ritme en structuur, op spanningsbogen om de aandacht vast te houden, op toewerken naar een apotheose.
Deze “ontdekking” was daarna inspiratie voor mij in mijn studie naar de oorsprong van ons bewustzijn. op deze website vindt je En juist die eigenschappen maken dat verhalen de basis van onze existentie vormen. Maakt dat ze de oorsprong van ons Bewustzijn zijn.
Eigen programma’s
Ik heb een programma geschreven rond sw Winterreise van Franz Schubert . Schubert’s Winterreise verhaald is een programma van meer dan een uur, opgebouwd rond 14 van de 24 liederen uit deze cyclus. Tussen de liederen weef ik verhalen en anekdotes (link). Ik vertel het verhaal dat de liederen verklanken; over romantiek en hoe revolutionair dat was; over de jong gestorven componist Franz Schubert en de bijna even jong gestorven dichter Wilhelm Müller; over wat romantiek toen was en hoe het ons nog steeds beroert; over de politieke significantie van deze muziek en hoe en waarom romantiek door de overheid werd bestreden; over de opkomende bourgeoisie en het belang van bladmuziek; en nog veel meer (eerste concert in het Beauforthuis)
Een tweede programma is persoonlijker: het wonderjaar 1958. Een programma van persoonlijke verhalen en bijpassende muziek combineert. Een verhaal over mijn ouders dat eindigt in een operette tango uit de tijd dat zij elkaar ontmoeten bij het dansen. Een ander verhaal over duistere zaken in de jaren dertig die ik terugvond in de boekenkast van mijn vader waar Randy Newman jaren later een bekend lied over maakte. Enzovoort en zo meer.
Ik begeleid koren met verhalen die hun voorstellingen opluisteren en verduidelijken. Altijd maatwerk, maar ik heb materiaal kunnen hergebruiken zoals mijn inleiding op “the making of the drum” van Bob Chilcott en “romancero gitano” van Mario Castelnuovo-Tedesco die ik verschillende keren heb uitgevoerd met een koor.
Publicatie
En een paar van deze teksten zijn beschikbaar voor publiek gebruik. Zie deze pagina.