Me verplaatsen op een tweewieler met hulpmotor is tweede natuur geworden. Als jongeling bereed ik een in die tijd al antieke Kreidler met geforceerde luchtkoeling maar wel met een 12 liter tank die in combinatie met een verbruik van 1 op 45 een enorm bereik garandeerde. Mijn liefde voor de een-spoor groeide en op de dag dat ik 18 werd beleefde ik mijn eerste rijles. Meteen op weg op een Yamaha XS650 met 100 kilo aan instructeur achterop die mij schreeuwend instructies doorgaf.
Vijf maanden later had ik mijn rijbewijs A (zeven lessen en daarna drie maanden wachten tot je op mocht; eerste keer geslaagd) en binnen een maand had ik een Kawasaki Z650 onder mijn kont. Niet die nieuwe tweepitter maar de kleine Z1 van toen. Een sportieve viercilinder en achteraf ben ik blij zijn dat dit goed is gegaan. Je eerste jaar op de motor is het gevaarlijkst en daar weet ik alles van.
Tegenwoordig mag dat niet meer, je rijbewijs halen en meteen met 60+ pk’s over de weg rauzen. Wat vermogen betreft heb ik me jarenlang gematigd opgesteld. Pas sinds drie jaar ben ik boven de 100 pk uitgegroeid. Toch kwam ik nooit tekort. Je moet het gemis aan pk’s compenseren met je bochtentechniek en dat gaat me tot nu toe nog goed af. En dat is waar het bij motorrijden natuurlijk ook om gaat. Je hangt niet voor niks scheef in de bochten!
Ik ben nu aan mijn vierde motor toe. Inderdaad, ik doe lang met mijn spullen. De Z650 werd dus in 1977 gekocht . De tweede werd aangeschaft in 1981 nadat ik de Kawa frontaal tegen de Ford Transit van een Franse mevrouw had geparkeerd. Die daar volgens de rechter alle schuld aan had overigens. Mij werd verzekerd dat dit zelden voorkwam in Frankrijk. De tweedehands Suzuki GS750 die ik met maar 10.000 kilometers op de teller kocht bleek later door de eerste eigenaar dermate slecht behandelt dat al snel de koppakking vervangen moest worden. Dat heb ik daarna nog eens drie keer moeten doen.
Met de Soes heb ik ruim 160.000 kilometers mee gereden. De betrouwbaarheid hield op het laatste niet meer over. Daarom heb ik in 2006 nummer drie gekocht, om het woon-werk verkeer weer een dagelijkse bezigheid te maken en geen avontuur met onduidelijke afloop. Lang doen met je spullen, dat vind ik een positieve waarde, overigens. Al ligt het blok van de Soes al een tijd op de werkbank omdat ik er maar niet aan toe kom na de laatste reparatie van een lekkende koppakking het pakket weer in elkaar te zetten.
Nummer drie is een Honda Deauville 700 cc, de tweede generatie. Nieuw gekocht, dat was lang geleden. In een aantal blogs heb ik over de Honda geschreven. en ik heb ook over het verkeer in het algemeen geschreven.
Ondertussen is alles alweer anders. De Suzuki is in onderdelen tijdens de corona tijd verkocht aan een vliegtuigmonteur van de Nederlandse luchtmacht. En ik heb de Deauville ingeruild voor een BMW R1200GS. Jawel, de kogel is door de kerk, ik heb een exemplaar van de meest verkochte motor van Nederland, en Europa, gekocht. En dit tot volle tevredenheid.